Regelt de uitlaatdruk van de luchtcompressor op basis van de ingestelde waarde, zodat de uitgangsdruk stabiel blijft binnen het vereiste bereik (zoals 0,7-0,8 MPa), waardoor overmatige of onvoldoende druk wordt vermeden die de normale werking van de benzinemateriaal kan beïnvloeden.
Automatische start-stop / load-unload
Wanneer de systeemdruk de bovengrens bereikt, activeert de drukventiel de luchtcompressor om de losstatus binnen te gaan (de inlaat te stoppen maar de motor te laten draaien); Wanneer de druk daalt tot de ondergrens, schakelt deze terug naar de laadtoestand (het herstellen van de inlaatcompressie), waardoor het energiebesparende werking wordt bereikt.
Veiligheidsbescherming
Sommige drukkleppen integreren over drukbeschermingsfuncties. Wanneer de systeemdruk de veiligheidsdrempel overschrijdt, wordt het automatische drukontlastingskanaal geopend om te voorkomen dat apparatuur wordt beschadigd door overdruk of het veroorzaken van veiligheidsongevallen.
Veel voorkomende types
Drukschakelaar: geregeld door mechanische of elektronische detectie om de luchtcompressor te starten of te stoppen, met een eenvoudige structuur, geschikt voor kleine zuiger-type luchtcompressoren.
Drukregelaar: een meer precieze klepstructuur die handmatig kan worden ingesteld op het drukbereik, vaak gebruikt voor de inlaatklepregeling van schroeftype luchtcompressoren.
Veiligheidsklep: als het ultieme beveiligingsapparaat geeft het druk vrij wanneer de systeemdruk de abnormale limiet overschrijdt en een noodzakelijke veiligheidscomponent is voor drukvaten. Werkprincipe
De drukventiel reageert door het druksignaal in het systeem (zoals de druk van gecomprimeerde lucht) te detecteren en te vergelijken met de vooraf ingestelde waarde:
Wanneer de druk lager is dan de ingestelde waarde, opent of activeert de klep het laadmechanisme, waardoor lucht de compressiekamer kan betreden;
Wanneer de druk de ingestelde waarde bereikt, sluit of activeert de klep het losmechanisme, waardoor de inname van lucht wordt gestopt en mogelijk het ontluchtingskanaal openen om overtollige druk af te geven.
Algemene fouten en onderhoud:
Drukinstabiliteit: dit kan worden veroorzaakt door vermoeidheid van de veer in de klep, slijtage van de klepkern of de aanwezigheid van onzuiverheden die blokkade veroorzaken. Het is noodzakelijk om te demonteren en schoon te maken en de versleten componenten te vervangen.
Niet in staat om druk of overdruk vrij te maken: falen van de veiligheidsklep kan een gevaar vormen. Regelmatige kalibratie (meestal eenmaal per jaar) is vereist om de nauwkeurige actiedruk te garanderen.
Lekkage: veroudering van de afdichtingscomponenten of schade aan het kleplichaam kan leiden tot luchtlekkage. Afdichtingsringen moeten in de tijd worden vervangen of de kleplichaam gerepareerd.
We use cookies to offer you a better browsing experience, analyze site traffic and personalize content. By using this site, you agree to our use of cookies.
Privacy Policy